In de bus naar de kerstmarkt in Düsseldorf zit een bont gezelschap aan mensen. Van mannen die naast hun hakende vrouw suf zich verbazen hoe dit hen heeft kunnen overkomen tot vrouwen die kindersokjes hakend doorratelen tegen hun suffe mannen. Van vrouwen met bontjas die aan komen rennen als de bus op het punt van vertrekken staat tot mannen die op diezelfde tijd het eerste blik bier vast opentrekken. En tien vrouwen met stekeltjeshaar die niet ophouden met praten.

Allemaal zijn ze er even uit.

Als op de terugweg één van de pasagiers strontlazarus het trapje op komt stommelen, verzucht hij namens de hele bus: ‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt.’ En dat, mensen, is nu de kern van reizen.