‘Goedemorgen hoomin.’‘Ik heb hier een elastiekje gevonden.’‘En het is zo freaking bizar!’‘Oke laat maar.’‘Andere hoomins zijn al uren op.’‘Maar jij. Ligt nog steeds te stinken.’‘Sta op!’ Ik doe uiteindelijk maar wat ze vraagt, want de aanvallen worden steeds directer. Bovendien heb ik nog veel te doen. Ik moet dingen klaarleggen en voorbereiden. De inspectie komt morgen.Als ik wil schrijven vandaag, dan moet dat echt buiten de deur. En alles voor het inspectiebezoek ligt klaar denk ik. Denk ik. Ja, ik ben nu overal over aan het twijfelen.Ik zit in mijn favoriete koffiehuis Felix Felices. Beneden staat het personeel te praten over die ‘holandesa’, die Nederlandse. ‘Ik kan jullie horen hoor,’ roep ik van boven. Ze gaan stuk. Ze hadden het over een andere en nu zit er gewoon nog een Nederlandse in hun zaak. ‘Mogen we nu niet meer holandesa zeggen?’ vraagt de rechter met de pet die op Mick Jagger lijkt. ‘Paisesbajiense?’ vraagt de linker. ‘Neerlandesa!’ raadt de rechter weer. Hier komt van schrijven ook niks zo.Gelukkig is er weer een lifestream.En is er thee. Want het is koud en het regent. Geen nieuws. In de groepsapp van de fietsgidsen is de spanning om te snijden intussen. Zet fietsgidsen nooit een paar dagen verplicht binnen. Worden ze kriegelig van. ‘Houdt het dan nooit op met regenen?’
Geef een reactie