Goedemorgen. Ik lees dit boek. En als je je wel eens hebt afgevraagd of je iets van Hannah Bervoets moet lezen, dan geef ik even een citaat. Dan weet je het gelijk. ‘Eenzaamheid is geen verlangen naar gezelschap maar een hang naar erkenning, misschien zelfs herkenning, een hunkering naar iemand die jou ziet zoals je jezelf ziet zodat je niet langer bang hoeft te zijn dat je er grandioos naast zit wanneer je je een voorstelling van jezelf maakt, zoiets?’ Wat ik al zei: goedemorgen.Kijk eens, dat ziet er beter uit dan de afgelopen dagen. De zon komt door. We vieren het met een mate.Maar nu snel door, want er wacht een leerling op me. Deze honden wachten ook. Niet op mij gelukkig. Op de uitlater. Die is… juist, wat later.Mijn leerling woont in deze straat. Maar het zal jullie allemaal wat kunnen schelen, die straten lijken allemaal op elkaar. We hebben het over zijn kinderen, mijn eventuele kinderwens, astrologie, de crisis en de stand van de maan. Ja, beetje het gebruikelijke praatje.Daarna moet ik even wat Knikker-werk doen. Even voor de duidelijkheid: de Nederlandse school hier heet De Knikkers. Voor Argentijnen wat lastig uit te spreken, want die kennen de kn-klank niet. Alleen uit het Engels en dan wordt het dus… juist, de Nikkers. Levert vaak wat opgetrokken wenkbrauwen op. Toen ik dit weekend bij mij thuis aanwees dat ‘een van die kasten vol met Knikkers zit’, begreep mijn collega direct wat ik bedoelde. De andere Nederlandse toehoorder keek een beetje wantrouwend. Alsof ze dacht dat ze het verkeerd gehoord had. Ik neem weer de bus. Mijn lievelingsbus 168 komt direct aanrijden, dus ik heb weer geluk. Dat kan hier nog. Dat je bij de halte gaat staan met de verwachting: het zal wel even duren en dat de bus toch meteen komt. Zal je in Nederland nooit gebeuren. ‘Wij staan hier even stil, om op tijd te kunnen rijden.’ Is aan een Argentijn niet uit te leggen, die RET-zin.In de bus maak ik alleen stiekeme foto’s. De man naast me praat over de verkiezingen en de huidige president, met de man aan de overkant van het gangpad. Hij is geen fan. Wat de man aan de overkant van het gangpad ervan vindt, weet ik niet. Hij is van het zwijgzame soort, of hij kan geen speld tussen het relaas van de eerste man krijgen. Een van de twee.De borden met geschilderde letters hebben mijn oneindige liefde. Ik wil ook zulke borden maken.Ik ben weer in Martínez. Maar ik hoor je denken: het lijkt allemaal op elkaar. Eens. Normaal heb ik ook nog les op donderdag, voor de Knikkers van vier jaar, maar vandaag zijn er zo weinig leerlingen dat de andere juffen het alleen kunnen en de Knikkerbaas naar huis mag. Ik heb ook altijd geluk. Knikkerbaas? Ja Knikkerbaas. De baas van de Knikkers. Dat ben ik dus.In die bus zat ik net. Het was aan de volle kant. Ik kon nog net ademen. Veel mensen wilden tegelijkertijd uit Martínez weg. Dat snap ik wel, maar het kwam me minder goed uit. Lekker anderhalf uur staan in een bus die met 70 over de busbaan met kuilen jekkert. Nou ja, ik ben thuis.Oh wacht, ik loop nog even naar de Chinees. Niet om babi pangang te halen, maar mijn was. Want een Chinees verkoopt hier geen babi pangang, maar hij heeft een supermarkt of een wasserette. En mijn was heeft ie weer keurig gestreken. Hij zegt hola. Hij zegt nog wel meer, maar dat versta ik niet. En maar goed ook. Straks wil ik nog iets terugzeggen en dan verstaat hij mij weer niet. Ik heb mijn schone was. Dat is waar ik voor kwam.En daar woon ik. Nou, niet waar Snoop Dogg geschilderd is, maar twee deuren verderop. Buurman Snoop is een discotheek. Hoor ik dan weer niks van, gelukkig. Want die gaan vanavond weer met z’n allen los natuurlijk. Donderdagavond. Zo gaat dat bij Snoop thuis.
Geef een reactie