Zingen als er iemand jarig is. Het liefst vier keer of meer. Zingen als je met elkaar zit te eten. Zingen als je op straat een supporter van dezelfde club tegenkomt. Een Argentijn moet zingen.
Afgelopen maandag, een dag voor de wedstrijd tegen Nigeria, verzamelden enkele honderden van de Argentijnen in Rusland zich bij het hotel van de spelers. Ze zongen en zongen. De spelers kwamen naar buiten. Stonden er wat verlegen bij met hun handen in de zij. Ze wisten dat ze niet echt naar behoren hadden gepresteerd tot dan toe. Ze wisten dat een groot deel van de mannen die daar stond te zingen, een gezin had dat dit jaar niet op vakantie zou gaan. Of erger. Ze begonnen het tafereel te filmen. En ineens begon een van hen mee te klappen. Nog een paar begonnen mee te klappen. En ze begonnen mee te zingen. Omdat alle spelers ook Argentijnen zijn. Dus die moeten ook zingen. En omdat ze zich intens verbonden voelden. Als het slecht gaat, als een Argentijn pijn heeft of verdriet, zingt hij namelijk ook. Als zijn team achterstaat, joelt hij niet, fluit hij niemand uit. Hij gaat zingen. Soms zingt hij inderdaad dat iemand een hijo de puta is, maar zelfs dat komt, gezongen, harder aan.
De Heilige Messi was even niet in beeld op dat moment. De staff had hem aangeraden even binnen te blijven. Als hij naar buiten gaat, is het meteen een gekkenhuis en wil iedereen de slip van zijn jas aanraken. En zijn voeten kussen.
Voor de wedstrijd tegen Nigeria kreeg San Lionel een rood bandje van een Argentijnse journalist. Een elastiekje, een touwtje, meer was het niet. ‘Het is van mijn moeder geweest en het heeft haar altijd geluk gebracht. Ik geef het jou voor de wedstrijd van morgen. Stop het in je sporttas, asjeblieft,’ waren de woorden van de journalist.
Messi pakte het aan, met een lege blik en stopte het in zijn zak.
De verslaggever sprak hem weer aan toen hij het veld afkwam na de wedstrijd. Euforisch. Messi ziet de man, herkent hem en omarmt hem. De journalist vraagt naar het bandje. ‘Weet je waar ik dat bandje had,’ huilt Messi zachtjes. Het moet ondertiteld worden, want hij is door de emotie niet te verstaan. Hij schuift zijn kous naar beneden en toont de camera man het bandje. Om de enkel van de voet die scoorde. De journalist heeft het nu ook te kwaad en omarmt Messi nogmaals. Heilige Messi, die zelf nogal bijgelovig blijkt. En dat spreekt het volk wel aan hier. Bijna alle Argentijnen dragen elke dag een dollar mee in hun portemonnee. Niet om uit te geven. Het brengt geluk. En als je lachend vraagt of een inflatie van 30 procent per kwartaal wel geluk brengen heet, knikken ze ernstig en zeggen: ‘Kun je nagaan hoe hoog dat zou zijn als ik die dollar niet in mijn portemonnee had.’
Terwijl de journalist en de goedheiligman nog even doorhuilen in elkaars armen, weigeren boven hun hoofd nog enkele duizenden mensen in blauwwitte kleuren het stadion te verlaten. Het bereiken van de 8efunales van het WK vier je niet, vindt men hier eigenlijk. Maar de opluchting en de emotie maken dat ze nog uren blijven zingen.
Geef een reactie