Omdat de naam ‘Janneke’ voor de meeste Spaanstaligen als tongbreker wat te hoog gegrepen is, stel ik mezelf liever voor als ‘Juana’. Of, als ik in een lollige bui ben: ‘Ken je het merk Heineken?’ ‘Van het bier?’ ‘Ja, als je de eerste drie letters vervangt door ‘ia’ heb je mijn naam.’
Lastige is dan wel, dat vooral de mannen alleen het idee ‘Heineken’ onthouden en me de rest van de avond als biermerk aanspreken.
We praten wat verder, familie komt ter sprake.
‘Hoe heet die zus?’
‘Christina.’
Geknik. ‘Ja, en hoe heet ze dan in het Nederlands?’
Geef een reactie