Ik zit in de auto bij mijn neef. Hij is een goede chauffeur, maar hij zou liever coureur zijn geweest. Het liefst remt hij zo laat mogelijk en bedenkt hij voor de volgende bocht alvast ‘de ideale lijn’.
Vlak voor onze auto steekt plotseling een kat over. Mijn neef trapt op de rem, maar we verwachten allebei dat dat te laat was. Als we door het raampje gluren, zien we de kat zich rustig wassen in de berm.
‘Zo hee,’ zucht ik opgelucht. ‘Echt gek, ik had juist gehoord dat katten supergoed diepte in kunnen schatten, maar deze leek even een misrekening te hebben gemaakt.’
‘Nee,’ schudt mijn neef. ‘Deze is er juist erg goed in.’
Geef een reactie