Tijdens een 10-minutengesprek vraagt een vader van een leerling me om er bij zijn zoon op aan te dringen zijn weloverdachte keuze voor de kunstacademie te herzien. Hij heeft dat al gedaan, maar ‘naar u luistert hij beter’. Waarom de vader de kunstacademie niks vindt, wordt in de luttele 10 minuten niet duidelijk. Bedrijfskunde is het alternatief. ‘Dan verdient ie meer.’ Ik beloof hem zijn zoon verslag uit te brengen van dit gesprek en meer niet, maar vader vindt het voldoende.
‘Je vader wil dat ik het je afraadt. Weet je waarom?’
‘Omdat hij denkt dat ik naar u wel luister.’
‘Waarom denkt hij dat?’
‘Omdat ik ook niet luister. Om precies dezelfde reden waarom u het ook niet doet.’
Geef een reactie