He ja, laten we vandaag in stemmig zwart gaan.
Poes denkt er het zijne van en gaat bij de buurvrouw voor de deur liggen. Mijn deurgordijn heeft trouwens wel kleur.
Eerst maar weer eens de stad in.
Bij de bakker haal ik dit niet. Maar een croissant. Ik moet erg lang wachten. De mevrouw achter de toonbank staat nog te praten met een meneer die zijn twee gevulde koeken allang heeft betaald en ingepakt. Maar ze hebben het over de baas. Meneer de bakker, zeg maar. Die schijnt zo leuk te zijn. ‘Echt zo’n leuke man, beetje grote mond, maar dat heb ik zelf ook, dus dan wil ik ook wel dat mijn baas dat ook heeft.’
Joh, werkelijk? Niks van gemerkt. Een croissant alstublieft.
‘Nou ja, ik ga even deze mevrouw helpen. Ja mevrouw we hadden het over de baas, zo’n leuke vent, ja u kent hem natuurlijk niet, dus ja, dat is ook moeilijk meepraten dan, maar meneer hier, die vroeg over hem dus..’
…
‘Ja ik vroeg het maar, want ja, ik vind het zo’n leuke vent, en ik denk: hoe is het met hem, maar hij zit niet in mijn… nou ja hoe zeg je dat, niet in mijn bereik zeg maar he, ja.’
Ja. No need to know. Een croissant alstublieft.
‘Waar kan ik u mee helpen?’
‘Ik wil graag een croissant.’
‘Alleen een croissant?’
…
Gelukkig zijn er ook normale mensen in Leiden. Die mij een grote koffie brengen als ik duizend woorden schrijf. ❤ Anne en Max.
Marijke schuift aan. Dan heb ik gelukkig al duizend woorden.
Dus dan kunnen we na de lunch op pad.
Want ik heb deze gezien.
OMG dit moet hem worden. Ik koop hem. AAAAh.
Dit is Marijke in de Xenos. Die hiervoor loopt he, niet die hysterische met die Xenospas daarachter.
Als ik weer thuis ben, heb ik een lief kaartje in de bus.
En een appje van Hein, waarin hij laat zien dat hij voor me aan het lobbyen is in Utrecht.
Poes en ik doen even een selfiemitrailleur.
Hij laat het gewillig toe.
Tot deze. Dan springt hij weg.
En gooit de geïmproviseerde vaas om. (ik zeg het maar vast, voordat sommigen van jullie weer blèren dat het een bierglas is…) Tafel nat.
Stoel nat.
Vloer nat. Feest. Poes droog overigens. Hoe krijgt ie het voor elkaar.
Ik ga na het drogen maar weer even op pad.
Bruggetje over. Waar ga ik naartoe?
Naar Erik! Dit zit lekker op tafel. Hij heeft niet zin vandaag om te werken. Dus dat doet hij dan ook lekker niet.
En ik wel. Ik schrijf nog een paar woorden. Guido is er ook, maar die staat niet op de foto.
Als ik weer naar huis loop zie ik deze flat aan de overkant van het water. Zijn dat nou hangmatten?
Boodschappen. Bij de Aldi. En wie kom ik daar tegen? Guido. Staat ie toch nog op de foto.
Dan gekke facetime met Laura.
En dan ga ik mijn zomerkleren halen uit mijn hok. Dat hok is daarboven de deur. En je gelooft niet hoeveel zooi eruit kan komen. Maar ik kan er niet bij.
Dus… schuif ik mijn tafel bij de deur en klim ik op tafel. Zo kan ik er wel bij!
Zo. Zit weer dicht. Is weer vol. Niks meer van te zien.
Ik heb een jasje uit het hok gehaald. Maar dat heeft een stomme kleur. En de vorige keer in Duitsland bij de DM heb ik verf meegenomen. Voor in de wasmachine.
Dit is voor.
Spannend!
En dit is na! Hij is zo mooi geworden! Die wil ik nu elke dag aan.
Nog maar even afwassen.
En… ik heb een gratis Rollercoasterapp gevonden. Dit is zoals vroeger! Zo leuk. (Oke, ik weet niet hoe lang ik het volhou, maar het is toch geweldig, geef toe…
Geef een reactie