Goedemorgen. Het dagboek en het hete water, en ik zit al buiten voordat de zon langskomt. Dat is nog eens genieten. Nou ja, in de zon is ook genieten hoor. Ik zie trouwens dat mijn nagel er niet uitziet. Zo kan je haakwerk tonen op je plog. Er moet lak aan te pas komen. Beter. Ik heb er lak aan. Ik stuur het wekelijkse huiswerk op. Ja de raarste verhalen komen voorbij. Belangrijk dat kinderen dit soort woorden leren. Tijd om het avontuur aan te gaan. Het is een feriado (=feestdag) vandaag, maar de winkels zijn open. Dus ik kan naar de groenteboer. Ik kies expres deze groenteboer tegenover de Felix Felices. Wat heb ik trouwens veel appels gekocht. Zou ik iets van plan zijn?Ik wacht even tot zij mijn cappuccino gemaakt heeft. Er zijn geen kaneelrollen voorradig, dus we moeten het doen met een vegan donut. Ik zeg u vast: niet doen. Dit is weer genieten hoor. En dan te bedenken dat ik bijna nooit buiten zat bij Felix omdat ik altijd kwam om te schrijven en met de laptop zit je beter binnen. Misschien toch maar weer op papier gaan schrijven. Quarantaine stilleven. Tijd om eens iets met die appelen aan te vangen. Begin eens met schillen anders.Juist, en dan nu: inkanelen. Nou wat dit dan wordt, dat laat zich raden. Er wordt lekker gekneed. Ik bak overigens een beetje zoals ik haak. Op de gok. Dit zal het wel ongeveer moeten zijn, 300 gr bloem. Als het hele pak 500 is… Zo zeg maar. Want ik heb geen weegschaal. Ja ik weet het, ik verlies hier lezers mee. Het aantal hartverzakkingen in Nederland stijgt tijdens plogtober. Bakvorm invetten. Het zal toch geen appeltaart worden, hè?Nou, dat lijkt er anders verdacht veel op. Kijk eens even. Uurtje op 180 graden. Ook dat is op de gok, want er staan geen getallen meer bij de temperatuurknop. Het eindresultaat ziet u later, want de taart wordt niet in mijn huis genuttigd. Ik pak de kamikazefiets erbij voor nog een lekker rondje leven op het randje. Wel met de mondkap op, dat wel.De stad ligt er lekker bij. Ik mis wel een mandje op mijn fiets, want de appeltaart zit nu halfwarm in mijn rugtas onder mijn haakwerk. Is wat ongemakkelijk. Ik ga eten bij de mensen die uit de coronabrandhaard komen. (niet mijn woorden) Quarantainelijers zeg maar. (wel mijn woorden) De zuigflessen staan tussen het bier aan tafel, het gaat hier helemaal los. Er schuift ook nog een gangster met een halve liter schultenbrau aan, dus het kan niet op. Ondertussen haken Merel en ik ons dood, echt lekker rock ’n roll.Mark heeft onherkenbaar in beeld een belangrijke taak op zich genomen. We worden gevoederd straks. Felix (andere Felix dan vanochtend) kan tegenwoordig zelf schommelen, dus dat beperkt de taken die ik heb op zo’n avond. Er wordt behoorlijk gepingeld deze avond. Ik had u het eindresultaat nog beloofd. Er is ook ijs in alle smaken. Dat is een lekker toetje. Een koffietje en een amaretto zouden er lekker bij smaken. Nee, Jans, nu vraag je teveel. Helemaal niet. Aan alles is gedacht. Het lijkt haast wel of ik op de Theresiastraat verblijf. Hoewel dit niet Den Haag lijkt, als ik weer terug naar huis fiets. In mijn onderbroek zit trouwens een envelop met een paar euro, die Merel voor me gepind heeft in Nederland. Ja, contanten he, daar heb je wat aan hier in dit land. Dus inderdaad, ik blijf het gevaar nog even op zoeken. Als ik dit typ, ben ik veilig thuis aangekomen, dus maakt u zich geen zorgen. Tot morgen.
Geef een reactie