De huisbaas vertaalt elk woord dat hij wil zeggen in het Engels. Vaak weet hij de vertaling echter niet. Nu er minder Amerikanen in het huis wonen, moet ik vaak opdraven met een vertaling. Dan geef ik ook altijd de Nederlandse vertaling erbij. Die vindt hij over het algemeen belachelijk lastig (achthonderdachtentachtig) of nergens op slaan (ui en ei).
Hij vertelt zijn vrouw trots dat hij kippensoep heeft gemaakt en vraagt of ze komt eten.
‘Chicken soup,’ voegt hij eraan toe, met een schuine blik op mij. Dan kijkt hij haar weer aan. ‘In het Nederlands zeggen ze waarschijnlijk chickenengsoupeneng.’
Geef een reactie