In 4V had ik een invaljuf voor Nederlands. Ik had altijd dezelfde docent gehad, hij kende me niet eens. Zij vond ons allemaal bijzonder.
Ik liet haar wat van me lezen. Dat was eng: ik was er trots op, maar ik was ook onzeker. Ze was vereerd, zei ze. Ze gaf me een knuffel en vertelde me dat ik heel goed was.
Als ik het nu lees, zie ik dat het niks voorstelt, dat heeft zij ook geweten. Maar wat ze zei, was wel precies wat ik nodig had om door te gaan.
Afgelopen vrijdag kwam in 4H een meisje naar me toe. Ze had een verhaal geschreven en vroeg zich af of het goed was. Of ik wilde meelezen.
Geef een reactie