We beginnen de dag met mijn Russische mede-studenten. Wat heb ik teveel gezegd over de bh?
Dit lees ik dus gewoon. Kijk, het slaat nergens op wat er staat, maar ik ben echt helemaal trots dat ik het kan ontcijferen. Alsof je zes bent en je snapt ineens wat er op het pak melk staat.
Elena gebruikt geen Engels. Gewoon niet. Hierboven heeft ze een ei uitgetekend. Dat lijkt best aardig, maar ‘huevo’ lijkt zo intens niet op ‘ei’ dat er nog wat onduidelijkheid bestaat in de zaal. Dan gaat ze door haar knieën, tokt wat, schudt met haar kont en kijkt verbaasd achter zich. “Oooh, huevo!’ Ik kan daarna een kwartier niet helder nadenken.
Na mijn les loop ik met Sophie mee naar haar appartement. Jammer trouwens dat ik geen foto heb gemaakt van het afscheids/fotomoment van mijn Russische huisgenootjes. Stond ik ineens vers uit mijn les bij een stel volslagen vreemden op de foto. In al mijn verbazing vergat ik mijn eigen telefoon af te geven. Morgen gaat het stel weg, dus is het appartement het eigendom van mij alleen. Of zou ik nieuwe huisgenootjes krijgen?
Daar staat Sophie. Ik was weer als een haas die weg overgestoken, staat zij daar nog aan de overkant.
Sophie loopt elke dag een half uur naar en van school. Een half uur he. In de bloedhitte. Mooi zo de stad trouwens.
Als je toch als Moor hier aankomt, dan denk je toch: nou laat maar even dat bestormen van die stad…?
Ah, daar ligt een groot winkelcentrum. Met airconditioning. Daar gaan we naar toe.
Kiko.
Intimissimi. Als je dit ondergoed aan hebt gehad, dames, wil je nooit meer een Hema-onderbroek.
Sophie is naar huis, dus ik gun mezelf dit. Daarna schrijf ik een half uur in mijn boekje in de airco, met cola en allemaal Spaanse mensen om me heen.
Ongekend in Nederland (bij mijn weten, ik heb het nog nooit gezien en ik heb echt veel bij Mc Donald’s gezeten): Het personeel werkt ook een burgertje weg.
Dit is het Expo Hotel. Er is een zwembad op het dak.
Binnen in de shopping mall wordt er verteld hoe de Moren aankwamen ooit. Ofzo. Kan de gemeente Amsterdam hier nog iets mee?
Bob Esponga weet ook van geen ophouden. Gister deden we op het strand een spelletje met een esponga. Dus we moesten ook het liedje leren. Het is een leuke meid, hoor, Elena, maar ze heeft een draadje los zitten.
Ik heb de shopping mall wel weer gezien en ga op huis aan.
Een directe aansluiting op de halte waar ik eruit moet! Heerlijk.
Oh wacht even. Dít is de halte waar ik eruit moet. Even serieus. Alsof je in Rotterdam een Blaak en een Blaar als halte maakt. Doe je toch niet.
En de metro terug duurt nog 17 minuten. Fijn.
Kijk ik zit vlakbij Nazaret. Grappig dat de metro daarheen nog under construction is. Laat Jozef en Maria het niet horen.
Hier moet ik overstappen om ooit nog thuis te komen. Het midden van nergens. "Ja mam, ik pas goed op mezelf. Dat doe ik toch altijd?” Daar ging het fout.
De tram terug is er eindelijk. Deze meneer met blitse stappers blijft lekker staan. Ik ga zitten.
Wel leuk zo’n extra ritje door de stad.
Kijk! Hier moet ik zijn.
Deze heb ik wel verdiend.
Net als deze trouwens.
En deze.
Nou nog eentje dan. Op de veertien bladzijden die ik intussen geschreven heb.
Geef een reactie