Jee, het zonnetje schijnt!
Ik maak pannenkoeken maar ze mislukken. Hoe is het mogelijk, als ik elke week oefen.
Deze roos kreeg ik gisteren van de Italiaan. Opa en oma staan erachter.
Ik zweer je: het is chaos in mijn huis. Geëxplodeerd. Maar opruimen: ho maar.
In plaats daarvan lak ik mijn nagels oranje. Leve de koning.
En dan neem ik de weg des doods naar Zoetermeer.
Alwaar de vlag uithangt.
In de tuin bij mama…
…staat de oranjetompouce al klaar.
En het middagvullend programma is ook al bezig. Hier bespreken mama en Christina het paadje achterin de tuin. Dat doodloopt.
Hier probeert mijn moeder het hoofd van de hond te doorspiezen met een bamboestok. (Niet echt, partij van de dieren, eigenlijk helpt de hond met graven, zodat mijn moeder de stok beter de grond in krijgt om de rozenstruik te ondersteunen, maar hee, stel dat je daar naar zit te kijken op Koningsdag, wat voor leven heb je dan…)
Now we’re talking. Mama haalt bitterballen bij de snackbar. We willen doen alsof we op een terras zitten, maar omdat de wolken komen, falen we jammerlijk.
Trouwkaarten, bruiloften, Say yes to the dress, ik wilde dat het koningsdag was…
Mama speelt een moppie.
En dit is Christina’s reactie.
We kijken hoe Rudolph het werk slecht uit handen kan geven.
En dan rij ik maar terug naar het koningsgezinde Leiden. Kijken wat daar nog kan gebeuren.
Dit is de molen, vanuit mijn tuin.
En als ik die tuin uitloop, dan zie ik dit.
En… weer die molen.
En naast die molen…
Wacht heel even, even bier halen…
Naast die molen, gaat iedereen los.
Iedereen heeft vooraan de gemiddelde leeftijd van 16. Dat is nadát ik erbij kom staan.
Ik ben dus alleen. Ik ga alleen naar Armin van Buuren. Maar er zijn genoeg mensen die ook alleen in hun hoofd zijn zeg maar. Strak van de pillen staat iedereen mij glimlachend aan te staren.
Deze boys zijn goed bezig.
Maar kijk eens even wie daar opkomt. (Crowd goes wild)
Armin!!
Jaaaa hoor.
Jaaaaaaa hoor.
Dit vindt hij echt het fijnst. Dat meent hij. Leiden. Zijn hometown. Ik geloof hem hoor. Ik wel.
Je hebt dj’s en je hebt dj’s. Ik weet niet wat het is, maar als hij begint… je weet niet wat je overkomt.
En dan zie je er zo uit.
God is a dj.
Toen zocht ik leeftijdgenoten. En ruimte om los te gaan.
Het maakt totaal niets uit. Hoe oud, welke dansstijl. Dit is toch heerlijk.
Mijn telefoon valt uit, maar ik vind toch Marijke. Wij komen uit een andere tijd weet je. Van de onmobiele telefoons.
Wij zijn echt blij.
Armin denkt dat ie Elmo is.
Nou, dat was een mooi feestje.
Ik loop door de stad naar het centrum.
Je zou niet zeggen dat het in de stad een lawaai van jewelste is. Dit is de burcht.
Dit is de Nieuwe Rijn. Mensen zijn hier uit hun panty aan het gaan op covers van Blof en Guus Meeuwis.
Al lopend door deze massa maak ik de foto’s.
Eh, ja ik was zelf ook niet meer helemaal nuchter.
Deze mensen hebben hun panty nog aan.
Wat een drukte, je zal hier wonen.
En kijk eens aan. Rado woont hier ook. Maar zijn huis is een oase van rust. Terwijl je zo op de Nieuwe Rijn kijkt. En aan de achterkant op de burcht.
Erik is er ook.
En Ruben. En een waterpijp.
Dit is een stukje behang van heel lang geleden. Dit is een heel oud huis namelijk.
En dit is de Nieuwe Rijn als ik het huis weer uitkom. Fijn, men heeft de panty’s opgeruimd.
Geef een reactie