Ik probeer een nieuw hoeslaken te kopen bij de hema voor de huurders van mijn huisje, maar dat hebben ze niet bij de hema op het station. Dus ik haal maar koffie en een appelflap.
Dan maar naar de stad. Gelukkig is het lekker weer. (=sarcasme)
Gelukt. Mijn slaapkamer heeft er nog nooit zo fijn uitgezien.
Schoon man. Ohjoo.
Hiervandaan zou je gewoon een speech kunnen geven.
Ik herken het niet meer terug.
En opgeruimd.
Ik zou hier wel willen wonen.
Waar blijven mijn huurders eigenlijk?
Alles in de auto, ook mijn rugzak. Het gaat beginnen jongens.
Man naar m’n hart.
Ik ben bij Erik voor koffie en niks.
Heb je m.
Dan nog even m’n taakjes doen. Gemeentehuis voor mijn parkeervergunning. Dayenne voor haar sleutel. Postkantoor voor vrijwaringsbewijs.
Dan thee bij mama. Die begint prompt cello te spelen.
En daar gaan we weer. Terug naar Leiden.
Eerst nog even boodschappen doen. Voor Niek.
En de printer bij Laura’s ouders brengen.
Lekker weer man. Echt.
Hier woont Niek. Dan mogen jullie raden op welke verdieping…
Hij gaat lekker voor me koken.
Ik krijg weer eens wijn in een limonadeglas. En ook in limonadehoeveelheden. En de magnetron ziet er kleveriger uit dan die van mij.
Er ligt iets feministisch op tafel.
Gelukkig weer weg. Niek heeft lekker gekookt.
En nu gaat ie lekker opscheppen.
En als het op is… hebben we allebei nog honger. Natuurlijk.
Dus Niek bakt nog meer vlees.
Daarna delen we heel romantisch een straciatella yoghurt.
Ik lees zomaar een column in de Volkskrant.
Niek doet niet aan selfies. Dus een lege plek naast me.
Nog net op tijd ‘thuis’ voor een kopje thee met mama.
In dit bedje slaap ik vannacht.
Nog één afleveringetje… Slaap lekker.
Geef een reactie