Een van mijn leerlingen Nederlands krijgt van mij een uitgeschreven situatie voorgeschoteld. Ze moet een afspraak maken in het Nederlands met een oude vriend Stef. Om het niet te moeilijk te maken, zegt Stef overal ‘ja’ op en gaat dan verder met de volgende vraag. Na haar lang overdachte ‘zondagmiddag’, zegt hij dus direct ‘ja, hoe laat?’ Als ze zegt ‘om vier uur,’ antwoordt Stef ‘ja, waar zien we elkaar?’
Ze kijkt me lachend aan. ‘Stef is niet heel moeilijk he, hij heeft altijd tijd.’
De volgende les krijgt ze de vraag of ze wel eens een feest geeft.
‘Elke zondag,’ knikt ze. Liegbeest.
‘Wie komen er dan?’ vraag ik.
‘Stef,’ lacht ze uitdagend. ‘Elke week. Hij heeft altijd tijd.’
Plaats een reactie